Geopend van dinsdag tot en met zaterdag van 10u tot 17u. Gesloten op zon-en feestdagen.
Maandag op afspraak.
Aarzel niet om ons te contacteren via e-mail: info@oldtimerfarm.be of bel het nummer +32 472 40 13 38
De Renault 4CV, ook wel ‘boterklomp’ genoemd, verwijzend naar de vaak gele lak, werd voorgesteld in 1946 op het autosalon van Parijs. Toen de vrede gestaag over Europa trok besliste Renault, net als Volkswagen tevens, om een wagen te maken voor het volk dat schier integraal met littekens was geslagen na een woedende vijfjarenoorlog. In het geniep, zonder de inspraak van hogerhand, beslissen drie Renault-kornuiten voornoemd idee te verwezenlijken. Dat deden zij niet met veel spijt want door de jaren heen ontplooit de 4CV zich tot onmisbaar icoon voor Renault.
Louis Renault, zielsvader van het gelijknamige merk, zag auto’s en automobielen als een luxeproduct dat Jan met de pet noch Jan Modaal zich konden permitteren. Hoewel hij het concept van de Volkswagen Kever al met eigen ogen had waargenomen, was hij niet zinnens zelf een budgetvriendelijke wagen op de markt te brengen. Op de koop toe was er de Duitse bezetting die bewind voerde in de Renault-fabrieken, de toekomst zag er niet rooskleurig uit. In alle discretie en in het geheim bedenken drie Renault-kaderleden het onverwachte en het ongewenste. Hun mening staat namelijk haaks op die van Louis Renault en zij vinden dat het volk nood heeft aan een betaalbare, kleine wagen. Ze beginnen al in 1940 met het ontwerp van de 4CV die pas na de oorlog verkrijgbaar zal zijn, na respectievelijk de arrestatie en het overlijden van Louis Renault en het vervolgens aanstellen van een nieuwe CEO bij Renault, die wél fiat zal geven voor een wagen voor het volk, weliswaar een wagen met vier deuren in plaats van de tweedeurs prototypen.
Pas in 1947, na fabrieksherstel en vergaren van genoeg productiecomponenten, gaat de productie van deze massaproductiewagen van start. Initieel worden slechts vijftien 4CV’s per dag gebouwd, al snel wordt de productie exponentieel opgekrikt naar een dagelijkse 375 exemplaren. De 4CV is een succes, en verkoopt als zoete broodjes, zelfs in Amerika, dat in 1951 liefst 170.000 exemplaren bestelt van deze met 747 cc viercilinderlijnmotor voorziene volkse auto die oorspronkelijk 17 pk levert die door de jaren heen worden verhoogd naar 21 pk. De productie loopt tot 1961 en loopt dus parallel aan de productie van de Citroën 2CV, die tevens een niet zo geduchte concurrent was van de 4CV gezien de ellenlange wachttijden bij Citroën.
De 4CV slaagt er vroeg in de wet naar zijn hand te zetten, de koplampen waren namelijk lager dan wettelijk vastgelegd gemonteerd, waardoor men besliste de Franse wet aan te passen. Vervolgens was het de eerste auto van Franse makelij waarvan meer dan een miljoen exemplaren, uiteindelijk zelfs 1,1 miljoen exemplaren, verkocht werden. Vandaag fungeert hij tussen de Mini, de Fiat 500, de Kever en de 2CV als oldtimer met een torenhoog koosnaamgehalte.
Technische gegevens:
Carrosserie
Mechaniek