Geopend van dinsdag tot en met zaterdag van 10u tot 17u. Gesloten op zon-en feestdagen.
Maandag op afspraak.
Aarzel niet om ons te contacteren via e-mail: info@oldtimerfarm.be of bel het nummer +32 472 40 13 38
De Mercedes-Benz W113 werd in 1963 voorgesteld op het autosalon van Genève. Hij vormt de ontdubbeling van het Mercedes-Benz-summum aller tijden, de W198 of Gullwing, en de toegankelijkere variant, W121 BII of 190 SL. Van meet af aan was de W113 beschikbaar als coupé en roadster, beide met een onmetelijk hoog charmegehalte en een overdaad aan charisma. Gedurende acht productiejaren verovert ie de wereldwijde markt, het ontwerp van de W113 is zelfs zo iconisch dat ie een bijnaam verwerft onder dewelke hij vandaag beter bekend is, namelijk ‘Pagode’. Verzamelaars zijn er helemaal gek op, hij laat haast iedereens hart sneller slaan.
Omdat de Gullwing slechts voor een erg select publiek toegankelijk was, bracht Mercedes-Benz de W121 BII op de markt, beter bekend onder ‘190 SL’. Die 190 SL bleek met zijn vierpittertje niet performant genoeg voor het publiek dat men ermee wilde benaderen. In 1963 stelt Mercedes-Benz daarom de W113 230 SL voor als opvolger voor de Gullwing en de 190 SL. Wat op het eerste gezicht opvalt aan deze nieuwe roadster is de atypische, gewelfde vorm van de hardtop, die doet denken aan de vorm van het dak van een Aziatische tempel, een ‘pagode’. Al snel wordt dat ook de met de W113 vereeuwigde bijnaam, mede dankzij autojournalisten. Het frivole ontwerp van de hardtop wordt versterkt met eigentijdse wieldoppen, erg kenmerkende koplampen, elegante lijnen en een grille die een hommage brengt aan de Gullwing. De Pagode is een ideaal totaalplaatje, een schot in de roos, hoogst ingenieus volgens de Stuttgartse standaarden: om de Pagode zo licht mogelijk te houden werden onder andere de motorkap en het kofferdeksel uit aluminium gebouwd, ‘SL’ staat immers voor ‘Sport Leicht’. Verder werd niet toevallig een kort en relatief wijd chassis gebruikt en voor het eerst in de geschiedenis van Mercedes-Benz werd gekozen voor radiaalbanden, beide aspecten die zorgen voor een sublieme rijervaring.
Naast een leuk en charmant design dat de jaren ’60 de allermeeste eer aandoet, is de Pagode op het vlak van mechanica een parel op vier wielen. Onder de aluminium motorkap ligt een zalig ronkende zescilinderinjectiemotor van 2,3 liter, die een adequaat vermogen levert van 148 pk. Middels het uitboren van die zespitter brengt Mercedes-Benz in 1966 en 1967 in totaal twee krachtigere varianten op de markt, de 250 SL in 1966 en de 280 SL in 1967, met een inhoud van respectievelijk 2,5 liter en 2,8 liter.
Al sinds zijn eerste voorstelling consterneert de Pagode menigeen, de rijervaring staat op de koop toe garant voor absolute zondagsverwennerij. In totaal werden net geen 50.000 exemplaren gebouwd, in 1973 wordt de W113 opgevolgd door de W107.
Mercedes-Benz W113 280 SL Pagode
Eind 1967 komt de 280 SL op de markt, zoals de naam al hint ditmaal een 2,8 liter grote motor in de lange neus van de Pagode. De grotere zescilinder levert een tot dan toe ongezien 170 pk en is daarmee de krachtigste van de drie Pagodes. Voor de versnellingsbak kon gekozen worden tussen een 4-traps manueel, 4-traps automaat, of een 5-traps manueel.
De 280 SL wordt gebouwd tot 1971 en is de vaakst verkochte variant in de Pagode-trilogie, ongeveer 24.000 exemplaren werden gebouwd. De 280 SL is een uiterst gegeerde klassieker die al meerdere jaren een uitermate goeie investering blijkt te zijn.
Technische gegevens:
Carrosserie
Mechaniek