Mercedes-Benz 220 S W180 '55

• Oudere restauratie die goed rijdt en zo kan rijden, of goede basis voor restauratie
• Klassieke patina op de gitzwarte lak
• Budgetvriendelijk en toch luxueus Ponton-rijden
• Interieur grotendeels authentiek en geweldig rijden met versnellingen aan het stuur
• Waarschijnlijk Mille Miglia eligible 

De W180-reeks van Mercedes-Benz werd gebouwd van 1954 tot en met 1959 en maakte gezien de elegante lijn een aanzienlijk deel uit van de alom bekende Ponton-reeks, een carrosserievorm als bijnaam die Mercedes-Benz zich door het publiek liet toe-eigenen. Zijn elegante pontonvormen gaan hand in hand met een Mercedes-Benz-eigen - hoe kan dat ook anders - zescilinderlijnmotor die zorgt voor een rustgevende harmonie onder de motorkap die niet onberoerd laat wanneer men achter het stuur plaatsneemt.

Dat men de Stuttgarts bij Mercedes-Benz niet moet leren hoe auto’s te bouwen was al lang vóór 1954 tot paradigma vereeuwigd. Nadat het merk na de Tweede Wereldoorlog zich noodgedwongen had moeten terugschroeven naar de productie van budgetvriendelijkere vierpitters was het tijd om het segment opnieuw te neutraliseren naar Mercedes-Benz-typerende zescilindermotoren. Met de naoorlogse W187 kon men al terug in het zescilinderritme komen, doch nu was het tijd om automobielen te metamorfoseren tot fossielen en op de proppen te komen met een meer aerodynamisch geheel dat een vleugje eigentijdsheid biedt en terzelfdertijd niet lijkt te gruwen van wat bescheiden vooruitstrevendheid, in de trant van wat men al trachtte met de W120, maar dan weg met die viercilindermotor.

Het resultaat van bovenbeschreven toverrecept was de W180 die enerzijds werd gebouwd in vierdeurs saloon en anderzijds tweedeurs coupé of tweedeurs cabriolet. Initieel vermocht de W180, van 1954 tot en met 1956 onder modelcode ‘220a’, 84 pk door de aanvoer van één enkele carburator. In 1956 wordt de 220a vervangen door de ietwat performantere 220S, ook wel ‘W180 II’ genoemd, die met behulp van twee carburators 100 pk levert, wat gold voor alle drie uitvoeringen. Het vermogen wordt in 1957 nog opgekrikt tot 106 pk middels het verhogen van de compressieverhouding.

Van de gehele W180-reeks wordt over een productieperiode van vijf jaar een totaal van net meer dan 85 000 exemplaren gebouwd; kwantitatief is, en blijft, de 220S koploper met 55 000 verkochte wagens.

Mercedes-Benz W180 220a

De Mercedes-Benz 220a, met als retroniem ‘W180 I’, is de oeruitvoering van de W180-reeks die gezien zijn definiërende rol in de Ponton-reeks van Mercedes-Benz wereldwijd naam en faam verwierf door de decennia heen. Hij werd voorgesteld op het autosalon van Genève en werd vervolgens gebouwd van 1954 tot en met 1956. De 220a blies het beproefde zescilinderconcept van het daarvoor bekende Mercedes-Benz nieuw leven in, het uiterlijke ontwerp kwam dan weer van de door vier cilinders aangedreven W120, de eerste Ponton.

De 220a was, in tegenstelling tot zijn opvolger-in-reeks, enkel beschikbaar als vierdeurs sedan en er werden er zo’n 26 000 van gebouwd. Vandaag fungeert de 220a als ware Benz-klassieker die naar goeie traditie nagenoeg iedereen wel lijkt te bekoren.

Technische gegevens:

Carrosserie

• Lengte (cm): 472
• Breedte (cm): 174
• Hoogte (cm): 156
• Wielbasis (cm): 282
• Gewicht (kg): 1280

Mechaniek

• Motor: 2195 cc zescilinderlijnmotor voorin
• Kleppen: 12
• Benzine systeem: 1 Solex-carburator
• Versnellingsbak: 4-traps manueel
• Overbrenging: RWD
• Links gestuurd
• Maximum vermogen: 84 pk (63 kW) bij 4800 t/m
• Maximum koppel: 157 Nm bij 2400 t/m
• Topsnelheid: 150 km/u

**vraag ons expertiseverslag via e-mail voor alle details in alle transparantie**