De Porsche 924 werd gebouwd van 1976 tot en met 1988 en was de opvolger van de 914. Het idee voor een 914-opvolger werd al in 1972 te berde gebracht, de wezenlijke uitwerking kwam dus vier jaar later toen de oliecrisis wat begon uit te deinen. De 924 is de eerste Porsche met de motor voorin gemonteerd, wat in se ‘in strijd’ was met de merkpolitiek en het handelsmerk, toch kwam dat laatste niet in de weg te staan van een duurzame verkoop- en productieperiode. Derhalve heeft de 924 zich inmiddels ontplooid tot een erg gegeerde oldtimer.
Initieel was het de bedoeling om de 911 slechts tijdelijk te produceren, maar de verkoop van die 911 ging door het dak waardoor de productie maar bleef duren. Een luxeprobleem, want bij Porsche heerste er ducht voor een abrupte verkoopimplosie en daarom wilde men niet op één enkele auto gaan teren. Een instapmodel was dus broodnodig en werd eerder verkocht onder de ‘912’, vervolgens onder de ‘914’, en het was tijd om die laatste te voorzien van een opvolger. Het ontwerpteam bij Porsche werd opgezadeld met het huzarenstuk een instapmodel-Porsche te ontwerpen die vier personen plaats bood en toch was doorspekt met sportief Porsche-charisma. In 1976 was die er, de 924. Het is een Porsche-sportieve coupé die zoals beloofd vier personen plaats biedt maar atypisch was aan Porsche door het feit dat ie de motor, een vierpitter uit de Audi 100, vóórin had liggen. Dat is waarom de 924 initieel weleens werd verguisd als zijnde ‘geen echte Porsche’. Niettemin keerden de tijen: de verkoop ging goed en sinds een aantal jaar worden de 924-modellen, net als de opvolgers ervan, waarlijk verafgood, en terecht. Dat weerspiegelt zich ook in de waarde van deze modellen, die evenals de 911 uit de pan swingen, investering gegarandeerd.
Verder uniek aan de Porsche 924 waren de klapkoplampen, die de aerodynamica van de wagen bijna exponentieel ten goede kwamen, en samen met de bijna evenwichtige gewichtsverdeling - dankzij de combinatie van de voorin gemonteerde motor en de transmissie achterin - de verkoop een flinke stuw gegeven hebben. Na een aantal verschillende varianten en facelifts tikt de verkoop in 1988 af op ongeveer 120.000 verkochte modellen.
Porsche 924 Turbo
De 924 voldeed aan nagenoeg alle criteria van kopers in de seventies, alleen bleek die atmosferische viercilindermotor volgens sommigen dan toch niet voorzien van het nodige Porsche-karakter. Gelukkig zijn Porsche-ingenieurs even kwiek en dynamisch als de wagens die zij ontwerpen, dus daar wisten zij wel pragmatisch op te reageren, met als resultaat dat de 924 vanaf 1978 voorzien was met een turbolader.
Om de turboklus te klaren moest aan de viercilindermotor uit de 924 wat gesleuteld worden, daarvoor moesten een aantal onderdelen plaats ruimen voor aangepaste onderdelen en ook de motorkap bleef niet dezelfde: zogenoemde NACA-kanalen werden op vooraan op de motorkap gemonteerd. Dat laatste gebeurde niet enkel om visueel onderscheid te scheppen tussen een reguliere 924 en een Turbo-variant, ook zorgde dat ervoor dat warme lucht probleemloos kon ontsnappen, onder andere bij het stationair draaien.
De 924 Turbo blijkt een absoluut schot in de roos. Al bij zijn verschijning waren de media lovend over zijn prestaties, die die van een supercar benaderen. In 1981 verschijnt een tweede, wat krachtigere versie van de 924 Turbo.
Van de Porsche 924 Turbo zijn ongeveer 13.000 exemplaren gebouwd. Bij zijn verschijning was iedereen lovend erover, en dat is door de decennia heen niet veranderd, integendeel.
Technische gegevens:
Carrosserie
Mechaniek
**vraag ons expertiseverslag via e-mail voor alle details in alle transparantie**