De Mercedes-Benz W187 wordt in 1951 voorgesteld op het IAA, of Internationale Automobil-Ausstellung, in Frankfurt. Middels het produceren van deze op de tussenoorlogse W136 gebaseerde luxebak wilde Mercedes-Benz zichzelf weer op de kaart krijgen als producent van luxewagens. Aldus is de W187, die altijd onder de modelcode ‘220’ zal worden verkocht gezien de motorinhoud, voorzien van opnieuw een zescilinderlijnmotor, de eerste van Mercedes-Benz na de snijdende oorlog en een rist aan viercilinders. Vier jaar lang produceert Mercedes-Benz de W187 parallel aan de even hoogwaardige W186, waardoor voorwaar een tweemanschap aan vlaggenschepen wordt gecreëerd en in 1953 een triumviraat creëert met de komst van de 300 SL.
De W187 is gebaseerd op voorganger, tevens voorloper van dieselmotoren, de W136. Veel van de onderdelen van beide wagens zijn gelijkend. Het grootste uiterlijke verschil is het koppel koplampen dat bij de W136 eenzaam boven op de spatborden zijn gemonteerd, naar de stijl van de jaren ’30. Bij de W187 werd gekozen om de koplampen aerodynamicabevorderend te integreren in de golvende spatborden. Net als de W136 was ook de W187 beschikbaar in een resem aan uitvoeringen, enkel motorisch kreeg een 2,2 liter grote zescilindermotor het monopolie teneinde Mercedes-Benz na onstuimige en turbulente oorlogsjaren weer als producent van hoogwaardige en prestigieuze wagens te profileren. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog had het namelijk enkel viercilindermotoren geproduceerd, wat niet paste bij de bedrijfspolitiek en het wereldberoemde Mercedes-adagium, ‘das Beste oder nichts’, dat Mercedes-Benz strikt naleeft bij het bouwen van hun wagens.
Naast het relatief progressieve ontwerp van buitenaf moet meer dan wat gezegd over de afwerking binnenin, waar Mercedes-Benz het er vingerdik op legt een luxefabrikant te zijn. Op niets wordt bezuinigd: de stoelen en deuren prachtig afgewerkt met klassiek leder, het dashboard geornamenteerd met houttinten en metertjes en tellertjes alsook de klassieke radio die eveneens de show stelen wil, de peddelversnellingen op het stuur, het klassestuur an sich en de handrem op een plek die enkel Mercedes-Benz kan bedenken, bewesten het koppelingspedaal. Alles is dubbeldoordacht geplaatst, niets werd aan het toeval overgelaten en dat spreidt het geheel tentoon met statige trots.
De productie stopt in 1955 en van de vier uitvoeringen (een saloon, een coupé en twee cabrioletten) worden in totaal meer dan achttienduizend exemplaren vervaardigd.
Mercedes-Benz 220 A
In de W187-reeks fungeert de 220 A als cabrioletuitvoering. Naast de A is er ook een B met als enige onderscheid dat de A een cabriolet is met twee zijraampjes, de B heeft er vier, aan weerszijden twee.
De A-cabriolet wordt, in tegenstelling tot de productie van de B-cabriolet die in 1954 stopt, gebouwd gedurende de hele productieperiode van de W187-reeks, tot in 1955. In totaal worden welgeteld 1278 exemplaren gebouwd. Concluderen dat ze schaars zijn, is dus terecht.
Omdat de A een elegante cabriolet is die Mercedes-Benz weer naar de heimat bracht, namelijk het produceren van luxevoertuigen krachtige motoren, is de 220 A een uiterst gegeerd collector’s item.
Technische gegevens:
Carrosserie
Mechaniek