De Porsche 911 kwam in 1964 op de markt met een 2.0 liter luchtgekoelde 6 cilinder motor die achterin was geplaatst en 130 pk leverde. Hiermee kon de 911 in 8,9 seconden optrekken van 0 tot 100 km/u.
In de loop der jaren werd het modellengamma vergroot. Zo kwam in 1966 de 911S met 160 pk en in 1967 de Targa op de markt, als een 'veiligheidscabriolet' met permanent gemonteerde rollbar en verwijderbare softtop. De targa is vernoemd naar de vele overwinningen van Porsche bij de Targa-Florio races op Sicilië. Porsche combineerde bij deze uitvoering het gevoel van een cabriolet met de zekerheid van een rolbeugel. De eerste types, softwindow genaamd, hadden een uitritsbare plastic achterruit. Vanaf 1969 werd een vaste glazen achterruit geleverd. Vanaf modeljaar 1969, werd de wielbasis met 57 mm vergroot, met een verbeterd rijcomfort als resultaat en tegelijkertijd een meer stabiele rijdynamiek.
In de loop der jaren groeide de motorinhoud van 2,0 naar 2,2 en 2,4 liter. Altijd waren diverse uitvoeringen te krijgen. De standaard 'T' (110, 125, of 130pk), het comfortmodel 'E' (155 of 165pk) of de sportieve 'S' (160, 170, 180 of 190 pk). Voor modeljaar 1973 kwam de Carrera RS (Renn-Sport) uit met 2,7 liter motor en 210 pk.
Technische gegevens