Eind jaren vijftig wilde Fiat de concurrentie aangaan met zijn grootste Italiaanse rivaal, de Spider Alfa Giulietta. De leiders wendden zich tot OSCA, een bedrijf dat motoren ontwikkelt voor zowel sportwagens onder Fiat-licentie, maar ook voor competitie-eenzitters. De motor is dan ook een 1500 cc Osca ontwikkeld door de gebroeders Maserati.
Deze motor werd voor het eerst gemonteerd op een prototype, een coupé ontworpen door Pininfarina en onthuld op de Autosalon van Turijn in 1958. Het ontwerp werd overgenomen op de Fiat 1200 cabriolet die op de Autosalon van Genève in 1959 werd gelanceerd en die enorm succesvol was. De 1500-versie van de cabriolet die in 1959 in Genève werd onthuld, krijgt een 1500 cc die is ontwikkeld door Ernesto Maserati.
In juli 1961 werd de convertible omgedoopt tot 1500 S (ongewijzigd), voordat hij in 1963 daarop 1600 S werd. De verplaatsing neemt dan toe tot 1568 cm3. Het assortiment werd aangepast en gepresenteerd op de Autosalon van Genève in 1963. Tegelijkertijd ondergingen beide auto's een restyling van de boeg, die een gemoderniseerde en grotere grille kreeg. Om ze te onderscheiden, heeft de boeg van de 1600 vier koplampen. De 1600 zou echter in 1966 worden stopgezet na een weinig vleiende reputatie.