Deze versie maakt deel uit van de V versie.
Vanaf 1963 ontving de 4/4 de Ford 116E-motor met een cilinderinhoud van 1498 cc, waarna hij in 1968 werd uitgerust met de Ford Kent-motor met 1599 cc. Er is een “wedstrijdversie” aan het assortiment toegevoegd, met de efficiëntere Ford 1600 GT-motor.
Vanaf 1971 worden alle modellen in de 4/4-reeks uitgerust met de Ford Kent 1600 GT-motor.
In 1982 is de 4/4 verkrijgbaar met een Fiat 1.584 cc motor, of de nieuwe Ford CVH 1.597 cc motor gemonteerd op de Ford XR3i, gekoppeld aan een originele Ford Cortina 5-versnellingsbak. De aldus uitgeruste 4/4, met een vermogen van 96 pk bij 6000 tpm, overschrijdt 0-100 km /u in 10 s. Vanaf 1987 wordt een wijziging in het fabricageproces van alle modellen geïntroduceerd: spatborden worden nu apart geverfd voordat ze vervolgens op de carrosserie worden gemonteerd, waardoor ze een betere bescherming bieden tegen corrosie. Vanaf 1991 word de 4/4 uitgerust met de Ford EFI 1600 cc injectiemotor en vanaf 1992 met de gloednieuwe Ford Zetec elektronische injectiemotor met een cilinderinhoud van 1800 cc. Vanaf 1997 is de carrosserie van de 4/4 ook te bestellen in een “low line” versie, dat wil zeggen met de bredere carrosserie van de Plus 4. In 1999 wordt een gloednieuwe 4-zits versie gelanceerd. van de 4/4 roadster.