In 1968 introduceerde BMW de 2500 en 2800 (E3). Nadat BMW enkele jaren geen auto in het topsegment had geproduceerd sinds het merk gestopt was met de productie van de grote en luxe 8-cilinder limousines als de 502 en de 503, kwam men terug met een luxe sedan met 6-cilinder motor. Aanvankelijk was de luxe 2,8 liter met 170 pk het top model: Met dit model werd hoog ingezet om met Mercedes-Benz te kunnen concurreren en was daarom voorzien van niveauregeling. De onbetrouwbaarheid van dit systeem noopte BMW echter de 2800 snel te vereenvoudigen. Wel meteen succesvol was de eenvoudiger 2500, uitgerust met de 2,5 liter 6-cilinder van 150 pk, waarmee de auto een topsnelheid haalde van 190 km/h. Van dit model zouden er 95.000 verkocht worden. De E3 werd in 1977 opgevolgd door de eerste BMW 7-serie, de E23.