De Jaguar XJ-S, XJS voor de derde generatie werd in 1975 voorgesteld ter vervanging van de Jaguar E-Type. Het model werd in 3 generaties gebouwd tot 1996 waarna het werd opgevolgd door de Jaguar XK8.
De XJ-S kwam. Volgend op de oliecrisis van 1973 kwam de XJ-S op een nogal ongelukkig moment. Ook het ontwerp was niet kritiekvrij. Critici vonden de auto geen waardige opvolger voor de E-Type. Jaguar stapte af van het uitbundig gebruik van leer en auto en brak daarmee met haar traditie.
De nieuwe XJ-S Mark II verscheen in 1981 met Jaguars nieuwe High-Efficiency engine (HE). De auto haalde een topsnelheid van 250 km/h en was daarmee de snelste automaat ter wereld. Er kwam ook een cabriolet versie van de XJ-S met een nieuwe 3,6 l 6-in-lijn motor. Die XJ-SC was een strikte tweezitter. In 1985 werd hij ook beschikbaar met de V12-motor.
Het model werd hertekend voor 1991, waarbij de naam veranderd werd in XJS. De cabriolet-versie hiervan kwam een jaar later uit. De achterruiten waren groter geworden en de controversiële zijschorten achteraan, de zogenaamde flying buttresses, waren gebleven daar die als karakteristiek voor de auto werden bevonden. Er werd een nieuwe 4,0 l-versie van de 6-in-lijn voorzien en de V12 werd vergroot tot 6,0 l. Ook werden de schijfremmen achteraan gewijzigd. Op 4 april 1996 kwam de laatste XJS van de band. Het model werd hierop opgevolgd door de XK8.