Transporter is de naam voor een bestelwagen, die intern bekendstaat als Typ 2.. Sinds 1990, met de komst van de T4 variant, is Transporter ook als naam geregistreerd. Voor de diverse modellen zijn door de jaren heen diverse bijnamen gebruikt, waarbij VW-Bus de algemeen gebruikte is.
De eerste versies van de T1 (Transporter 1ste generatie) werd T1a genoemd. T1b betrof een wagen met een iets langere daklijn boven het voorraam en een kleinere motorruimte. Vanaf modeljaar 1963 werden de wagens aangeduid als T1c; de achterdeur was breder uitgevoerd. Daarnaast werden in datzelfde jaar de scharnierende laaddeuren aan de zijkant vervangen door een schuifdeur. De introductie van wat aanvankelijk een zwaar transport Transporter werd genoemd – hij kon 1000 kg vracht vervoeren in plaats van 750 – bleek dermate succesvol dat deze uitvoering de standaard-Transporter werd. Het model was verkrijgbaar met een nieuwe 1493cc. De motoren van deze Transporters bleken uiterst betrouwbaar en gingen zonder problemen meer dan 250.000 km mee. Met de jaren zestig als ijkpunt was deze betrouwbaarheid zeer hoog te noemen.
De uitvoering als pick-up was in de Verenigde Staten populair. Té populair waarschijnlijk, want er werd 25% extra belasting op geheven. Deze belasting werd bekend als de ‘chicken-tax’ omdat de Bondsrepubliek tegelijkertijd de belasting op import diepvrieskip verhoogde.
In 1967 kwam een eind aan de Duitse productie van de 'spijltjesbus'. Hij werd opgevolgd door de T2, maar het model werd nog tot 1975 in São Bernardo do Campo, Brazilië geproduceerd. Bij de Braziliaanse busjes werden enkele verbeteringen toegepast die in de T2 waren doorgevoerd, zoals een gewijzigd front en grotere achterlichten. Deze zogenaamde T1.5 werd tot 1996 geproduceerd.