In 1934 ging het belgische automerk Minerva ten onder aan de economische recessie. Het bedrijf fuseerde met een ander Belgisch automerk, Imperia, en het bedrijf bleef bestaan.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte de Duitse bezetter de fabrieken van Minerva in Mortsel als "Frontreparaturbetrieb Erla VII’" voor de opslag en fabricage van vliegtuigonderdelen. Bij een mislukte geallieerde aanval op de Erla-fabriek op 5 april 1943 vielen in Mortsel meer dan 900 burgerslachtoffers (de bommen vielen meer dan een kilometer van hun doel). Na de Tweede Wereldoorlog werd het bedrijf Nieuwe Maatschappij Minerva N.V. opgericht door Mathieu van Roggen (die ook al Imperia bezat), dat in licentie licht aangepaste terreinwagens van Land Rover bouwde in opdracht van het Belgisch leger, en daarnaast nog tientallen civiele Land Rover-licenties vooral bedoeld voor de exportmarkt (Belgisch Kongo, Portugal, Brazilië, Australië). In de jaren vijftig bouwde men wel nog een tijdje MV Agusta-sccoters in licentie, maar kon uiteindelijk toch niet overeind blijven.
Technische gegevens