Na de Tweede Wereldoorlog leek iedereen gek te zijn van de sportwagens die ze in Europa hadden gezien en die ze hadden meegenomen naar de Verenigde Staten. De autotijdschriften stonden er vol mee. Maar ja, er in geïnteresseerd zijn en er één kopen zijn twee verschillende zaken. Daar kwam GM snel achter. De interesse was er volgens GM genoeg en de reden dat er zo weinig verkocht werden was omdat er geen aanbod was van echte Amerikaanse sportwagens. De Europese sportwagens waren gemaakt voor de Europese eisen en verkeersomstandigheden. Volgens GM wilden de Amerikanen een sportwagen die gemaakt was voor de vlakke Amerikaanse wegen en stelden de Amerikanen andere eisen aan comfort. En omdat die auto nog niet bestond dacht GM dat met het creëren van zo'n auto die markt vanzelf wel zou ontstaan.
De vraag of het publiek de Corvette wel mooi zou vinden kon makkelijk beantwoord worden door middel van de mobiele autoshow van GM, "Motorama" genaamd. Dit was een complete mobiele autoshow die in het begin van het jaar een aantal grote steden langs ging om het publiek kennis te laten maken met de GM modellen. Tevens ging er elk jaar een aantal experimentele modellen mee om de reacties van het publiek te testen. De hele show (decor en auto's) werd vervoerd in vrachtwagens en elke keer weer compleet opgebouwd in hotels en/of andere tentoonstellingsruimtes. In januari 1953 kon het publiek voor het eerst kennismaken met de Corvette tijdens de Motorama die werd gehouden in de hal van het Waldorf Astoria Hotel in New York. De reacties waren overweldigend. Dus besloot GM nog datzelfde jaar met de productie van de Corvette te starten.
De Chevrolet C2 bestaat uit de tweede generatie; vandaag zitten we in de achtste generatie, varianten en facelifts uitgesloten. Geproduceerd van 1963 tot 1967, was het een radicale afwijking van de stijl van zijn grote zus, en velen beschouwen het als DE Corvette waar de volgende generaties vandaan kwamen. Bill Mitchell, al meer dan dertig jaar hoofd van GM's stylingbureau, bekeek niet alleen de styling van de grond af aan, maar vroeg ook de bazen om het uit te rusten met motoren met een sterker karakter. 1963 is het jaar van de beroemde Sting Ray-lijn en de tweedelige achterruit; deze eigenschap gaf het een heel bijzonder karakter, maar was ook bedoeld om het paviljoen te versterken. Onder leiding van Mitchell bleef ontwerper Larry Shinoda eraan vast, en met wat een genialiteit! Mitchell bekende Shinoda te hebben beïnvloed in zijn aanpak, omdat hij zelf een E-Type Jaguar bezat, een mythe die nog maar een jaar oud was, en zijn 'baby' zo'n vloeiend silhouet wilde geven, maar op de Amerikaanse manier behandeld. De C2 luidde een tijdperk in van sporten die minder Spartaans waren dan de eerste Vettes, waarvan het comfort en de uitrusting meer verwant waren aan een Austin-Healey of andere Britse producties. Zo ontving hij vanaf het begin airconditioning, een AM-FM-radio, optioneel leer, een telescopisch stuur en hoofdsteunen. Het is ook de eerste keer dat de Corvette is uitgerust met onafhankelijke achterwielophanging en elektronische brandstofinjectie als optie. Tijdens haar carrière nam het vermogen van deze uitzonderlijke sportvrouw toe van 250 naar 375 pk, waarna ze de hand doorgaf aan de C3.