De Jaguar E-type of ook Jaguar XK-E werd gebouwd tussen 1961 en 1974 over drie generaties. De E-type betekende een revolutie in het ontwerp, de prestaties en de besturing van sportwagens. De prijs lag een stuk lager dan die van de concurrerende modellen waardoor de verkoop hoog lag (Ferrari, Aston Martin, Maserati…). In veertien jaar tijd werden meer dan 70.000 exemplaren verkocht. De Jaguar E-type staat op de eerste plaats in de top sportwagens van de jaren 60-lijst.
Nadat Jaguar in de jaren 50 een aantal successen had behaald met de Jaguar D-Type op de 24 uur van Le Mans werd besloten een nieuwe sportwagen te ontwikkelen die de Jaguar XK 150 moest vervangen. De E-type kreeg een revolutionair carrosserieontwerp, van de hand van Malcolm Sayrer die eerder bij de Bristol Aeroplane Company vliegtuigen had ontworpen. De rondingen en inkepingen waren er niet alleen voor de sier maar waren juist zorgvuldig berekende aerodynamische vormen. Sayers geheime wapen was om wolslierten op de auto te plakken en daarmee de luchtstroom te bestuderen als de auto in de windtunnel stond. Ook liet hij de auto met wolslierten fotograferen als er buiten gereden werd in verschillende weersomstandigheden.
De Series III, van 1971 tot 1974 gebouwd, kreeg de nieuwe Jaguar 5,3 liter V12 onder de motorkap, samen met verbeterde remmen en standaard stuurbekrachtiging. De FHC werd stopgezet en de Series 3 was enkel nog als OTS cabriolet en 2+2 coupé te verkrijgen. De OTS gebruikte daarbij ook het verlengde chassis van de 2+2. De Series 3 onderscheidde zich verder met een ander radiatorrooster, omrande wielkasten en V12 op het kofferembleem.