Morris Minor

Samenvatting: rijklare legendarische wagen die hele generaties niet uit het Engels straatbeeld was weg te denken, direct inzetbaar, zeer goed onderhouden, oudere lak die zijn leeftijd toont.
Historiek van het model. De Engelse constructeur WRM (William Richard Morris) werd in 1912 opgericht. Het merk vloeide voort uit de motorfietsonderneming ‘Morris’.
De stichter van beide onderdelen was William Morris. Zijn eerste echte succesvol ontwerp kwam in 1925 met de ‘Bullnose Oxford’. Deze staat bekend als de rechtstreekse basis voor de vroege MG’s. In de jaren ’50 ging Morris een fusie aan met zijn concurrent Austin en noemde de groep ‘British Motor Corporation’. Uiteindelijk verdween de naam Morris in 1984.
1948 is een belangrijke datum in de historiek van Morris. Dan introduceert de constructeur immers de Minor op de Earls Court Motor Show in oktober. Voor het ontwerp van de wagen tekende Alec Issigonis. Zijn eerste schetsen ontstonden in de jaren’ 40. Issigonis verlangde van zijn nieuwe project dat het enkele van deze kenmerkten toepaste: monocoque constructie (chassis en body in één vorm), een tangdheugel besturing, kleine 14 inch banden en een moderne styling. Als interne codenaam paste men de benaming ‘Mosquito’ toe.
Aanvankelijk was de Minor in twee verschillende varianten leverbaar: als 2-door Saloon en als 2-door Convertible die beter bekend staat als de Tourer.
Typerend voor de eerste types zijn de lichten direct naast de grille. Dit wordt vaak aangeduid met de bijnaam ‘Lowlight’. Deze vroege serie staat bekend als de ‘MM’. In 1950 breidde Morris het gamma verder uit met de 4-door Saloon. De Minor stond indertijd bekend als een comfortabele en goed rijdende wagen. Desondanks was de Achilleshiel van de wagen de oude, kleine krachtbron. Verdere problemen bevonden zich bij de exportmodellen. De Minor MM was niet conform met de Amerikaanse wetgeving qua hoogte van de koplampen. Aangezien de exportmarkt cruciaal was voor de Minor, was het nodig aanpassingen door te voeren om aan deze vraag te voldoen.
Die wijzigingen werden uitgevoerd in 1952, toen Austin een fusie aanging met Morris waaruit de British Motor Corporation ontstond. De voornaamste vernieuwingen bevonden zich op motorisch vlak. BMC bouwde vanaf die datum de standaard 803 CC krachtbron in, die al dienst deed in de Austin A30. Uiterlijk kenmerkte de Series II zich door de koplampen boven de grille.

Beschrijving van de staat via standaardzinnen: Hieronder volgt een beschrijving dmv standaardzinnen voor de verschillende delen en aspecten van de wagen. We beginnen deze gedetailleerde beschrijving met de algemene staat. Dit voertuig is in algemeen goede staat en rijklaar. Het gaat hier om een zeldzame wagen die direct bruikbaar en inzetbaar is. De carrosserie is in goede staat op wat gebruikssporen na. De lak is ietwat dof en om de wagen perfect te hebben moet een herschildering in de komende jaren overwogen worden. Het interieur is compleet origineel en in goede staat. Het gaat om een kunst lederen interieur. De tapijten zijn proper, vernieuwd den de hemel zijn in goede staat. De chromé vertoont wat imperfecties. De onderzijde is in goede staat. Er werd reeds aan hersteld doch dit werd vakkundig uitgevoerd en er is geen direct werk te voorzien. De motor en aandrijflijn zijn in onberispelijke staat. Recent werden er onderhoud en herstellingen uitgevoerd. De historiek is bekend doch jammergenoeg niet gedocumenteerd. De wagen beschikt over BE/EU papieren. Oldtimerfarm heeft deze gedetailleerde beschrijving en fotoreportage zo correct mogelijk opgesteld, niettemin kan deze niet als een contractuele verbintenis worden beschouwd en worden geïnteresseerden gevraagd de wagen zelf te komen nazien en testen. Klachten over de staat van de wagen worden na levering niet meer aanvaard.
Technische gegevens. Lengte/breddte/ hoogte (cm) : 376/155/152; wielbasis : 218 cm; gewicht : 770 kg. Motor : 803 cm³, 4 cilinders ; manuele 4-pak; vermogen : 30 cv bij 4800 t/m; topsnelheid : 100 km/h.