Na de DB5 volgden achtereenvolgens de DB6 (1965-1970) en de DBS en DBS V8 (1967-1972) die op het laatst Vantage genoemd werd.
Hoewel James Bond in 1969 nog de Aston Martin DBS bestuurde "On her Majesty's Secret Service" gaat het eigenlijk vanaf 1968 minder met Aston Martin, waarna het merk in 1972 overgenomen werd door Company Developments. Mede door toenemende milieu-eisen kwam het bedrijf wederom in de problemen en in 1975 werd het merk overgenomen door de Amerikaanse zakenmensen George Minden en Peter Sprague.
De nieuwe eigenaren vernieuwden de modellijn met de introductie van de V8 Vantage in 1977 en de cabriolet uitvoering van de Vantage die de naam Volante droeg. In 1980 kwam Aston Martin met de Bulldog, een prototype dat moest aantonen dat Aston Martin in staat was een "supercar" te bouwen. Dit prototype was een voorbode voor de Lagonda, een voor die tijd zeer futuristische wigvormige sedan. Vervolgens werd de onderneming tweemaal verkocht alvorens de algemeen directeurs Victor Gauntlett en Tim Healey het bedrijf in 1984 kochten.
Technische gegevens
Carrosserie
Lengte (cm): 466
Breedte (cm): 188
Hoogte (cm) : 132
Wielbasis (cm) : 261
Gewicht (kg) : 1650
Mechaniek
Motor : V8 5340 cc, vooraan
Kleppen : 16
Benzine systeem : 4 x 2 Weber carburatoren
Versnellingsbak : automatisch, drie trappen
Overbrenging : aan de achterwielen
Maximum vermogen : 320 pk (236 kW) bij 5000 t/m
Maximum koppel : 434 Nm bij 4000 t/m
Topsnelheid : 248 km/h